Het laatste stuk naar Lourdes - Reisverslag uit Lourdes, Frankrijk van Jacqueseninekefietsen - WaarBenJij.nu Het laatste stuk naar Lourdes - Reisverslag uit Lourdes, Frankrijk van Jacqueseninekefietsen - WaarBenJij.nu

Het laatste stuk naar Lourdes

Door: Ineke

Blijf op de hoogte en volg

27 Augustus 2015 | Frankrijk, Lourdes

Bouziès, maandag 17 augustus 2015, rustdag

Pipelepopi of zoiets

Het stationsrestaurant is gerenommeerd en ziet er ook nog grappig uit. Bij de bar zijn nog de oude loketten. 'Bagages' staat erboven en 'Billets'.
Daarnaast gaat de houten trap naar onze droometage. We hebben een nachtje bijgeboekt.

Bij ons ontbijtje aan de ronde keukentafel laten we de sfeer van het huis goed op ons inwerken. We zijn het er roerend over eens dat het onze smaak is, zo met die hoge plafonds, het warme hout, de sobere inrichting, die gezellige kleuren en de gelijkvloerse indeling. We zouden goed in dit huis kunnen wonen.
In de keuken is een bezemkast. De andere deur moet denk ik dicht blijven, want erachter leidt een trap naar de zolder. Toch even kijken . . . . Wij zijn namelijk van de inspectie!! De zolder is groot en nagenoeg leeg. Overcompleet dus, net als het woonhuis. Core business van de eigenaar is het restaurant. Het woonhuis bengelt er een beetje bij. Daarom mogen pelgrims er gebruik van maken. En daarvan zijn er nu gelukkig maar twee . . .

Poppetje gezien, kastje dicht. Nu naar buiten om te zien of we aan de rustige overkant van de Lot een leuk plekje aan het water kunnen vinden.
Maar zo rustig ís het daar helemaal niet. Er mag dan geen drukke autoweg zijn, maar er loopt wél veel volk. En dan zien we ineens waar dat voor gekomen is! Tegen de rotswand prijkt een oord à la Rocamadour. Het heet alleen anders: St. Cirq La Popi. Vrolijke naam!

Het is hier héél toeristisch! En toeristisch, daar zijn wij een beetje allergisch voor. Maar we zijn er nu tóch en het dorp is héél bezienswaardig. Nóg middeleeuwser en Anton-Pieck-achtiger dan Rocamadour. Alleen met minder grandeur. De 'eenvoudige' kerk alhier is niet te vergelijken met een kathedraal aldaar. Dat schijnen ze nog eens extra te hebben willen onderstrepen door een kermis (!) ernaast te zetten. En die bepaalt mede de sfeer.

Niet langer blijven dan. We willen weg van het gedruis, de etende mensen, de souvenirwinkeltjes en alle campings beneden aan het water.
Beter cocoonen op ons stationnetje, waar het leuk is en fijn. Met de grote ramen wijd open is het waarachtig alsof we buiten zitten. Als dát geen vakantie is . . .

's Avonds, tijdens een ommetje op de fiets, zien we hoog vanaf de steile rotsen pas écht hoe mooi het hier is. Ver kijken we uit over het dal van de Lot waar rivieren samen komen. In St. Cirq la Popi, waar we vanmorgen waren, in dat ongeloofwaardig mooie dorpje, loopt nog maar een enkele toerist.


Bouziès - Castelnau-Montratier, dinsdag 18 augustus 2015, 75 km

Ochtendgymnastiek

We moeten 15 kilometer terug om de route in Vers weer op te pakken. Het is nog heerlijk stil.

De weg die we moeten hebben, begint met een klim. Anderhalve kilometer 7% volgens het boekje. Maar het worden er twee, dan drie, dan vier . . . Dat klopt niet, het boekje zit er nooit naast. Dan zitten we vast verkeerd. Terwijl ik aan het sputteren sla, steekt Jacques z'n kop wat dieper in het zand. Hij trapt er flink op los. Dat is de kracht van positief denken tegen beter weten in.

Het eerstvolgende dorp is daardoor helaas niet anders gaan heten. Cours, heet het. Foute boel. We zijn naar het noord-oosten geklommen in plaats van naar het zuid-westen. Zes kilometer ochtendgymnastiek voor niks. Bluh . .

Van TomTom hoeven we godzijdank niet terug. Die stuurt ons met een grote boog zuidwaarts. Acht kilometertjes extra in totaal. Niet leuk, maar toch korter dan twee keer zes.

Niet getreurd, de hele dag ligt nog vóór ons. Nu we geklommen hebben, zitten we hoog en ligt heel Frankrijk aan onze voeten. Zie eens hoe weids we kijken kunnen: kilometers lang, kilometers ver, soms wel 360 graden rondom tot aan de horizon! Wow!
De afdaling daarna is recht en steil, 10 procent. Als de kilometerteller 56 km aantikt, een record, is Jacques een uiterst gelukkig man!

Er is vandaag genoeg aan cultuur te zien: eeuwenoude bruggen, kerken, klooster met tuin, de stad Cahors. Alles binnen handbereik. Hop on - hop off, gaat toch het best met de fiets.
Ha, daar is de Lidl! Boodschapjes in de tas, nieuwe kilometerteller uit de bak. Lidl, je t'aime. Het loopt gesmeerd.

De Franse bodem wordt anders, dus worden de huizen anders. De stenen zijn lichter van kleur. Castelnau-Montratier is daar een goed voorbeeld van. Mooi dorp met lichte, zonnige huizen, prachtig. En juist dáár moeten we zijn voor onze overnachting. Hiep hoi.
Alles is in het stadje is vol helaas, maar de VVV weet een Nederlands stel, twee kilometer verderop, dat appartementen verhuurt. En dat pakt niet slecht uit: een luxe appartement met véél uitzicht voor een pelgrimsprijs (=1/2 prijs).

We eten gewoon met eigenaars Robert en Henny mee op het terras. Vijftien jaar wonen ze al in Frankrijk. Hun drie kinderen zijn er opgegroeid en nu uitgewaaierd, ver van het ouderlijk huis. Ja, ja, oei. oei. Beetje pijnlijk, maar zó kan het gaan.


Castelnau-Montrarier - Auvillar, woensdag 19 augustus, 55 km

De vlakte

Om kwart over 7 fietsen we weg, warm aangekleed. De ochtend is nog nevelig en mooi, de weg is vlak, de kilometertjes vliegen eraan. We hebben de vaart erin!

Velden met zonnebloemen, huizen met torentjes, fruitbomen, een appeltje voor in de tas. Vandaag wordt een makkie, zo vlak als het hier is! Hoezee!

Maar het lachen zal ons spoedig vergaan. Allengs wordt het saaier. De huizen verliezen al hun romantiek en als klap op de vuurpijl komt ook nog het kanaal. De mens heeft een watergang gegraven en daarmee het aanzicht van de natuur vermoord. Een pad, zo vlak, zo recht en zóveel kilometers lang spreekt weinig tot de verbeelding. Dat is slecht voor het moreel.
Vreemd genoeg schijnt niet iedereen daar zo over te denken. Nérgens in heel Frankrijk zijn we zoveel rugzakkers en fietsers tegen gekomen. Zij zullen het prachtig vinden, bij ons is de verveling toegeslagen. We verlangen naar kronkelweggetjes, heuvels en uitzicht!

Maar alles komt goed. Het dorp Auvillar, onze bestemming, is meer dan oogstrelend. Een stadspoort met toren, bestrating van keitjes, een ronde markthal, een prachtige kerk, gerestaureerde huizen en verderop een geweldig 'point de vue' waar vandaan je 180 graden kunt kijken, ver over Frankrijk. Er staan bankjes en bomen. Hier in de schaduw zal ik me vanmiddag goed vermaken.

We nemen onze intrek op het historische plein in een authentiek woonhuis, heel groot en heel Frans. Wat vroeger de woonkamer was, is een grote slaapkamer voor ons tweeën met hoge ramen en enorme luiken. De woonkeuken en het sanitair zijn gemeenschappelijk, maar wij hebben snel gedoucht voordat het andere volk arriveert. Als wij aan het kokkerellen slaan, is er niemand te bekennen. Een soepje, stokbrood, druiven, salade, yoghurt. Een diner voor twee in historisch-Franse sferen.

Tevreden kruipen we 's avonds in het grote bed. Verhip. het is een kamer-ensuite. Achter de schuifdeuren hebben we buren. Logisch, pelgrimsprijs . . . zzzzz


Auvillar - Lectoure, donderdag 20 augustus 2015, 35 km

Mond vol tanden

Klokslag zeven uur zijn we buiten. Het vlakke is voorbij. We gaan weer veel klimmen, dat wilden we toch? Maar het wordt vandaag warm en dan kunnen we ons maar beter gedijsd houden. We zien wel hoever we komen.

Zo in de vroegte is het heerlijk op de heuvels. Zelfs 10% klimmen gaat ons in de koelte goed af. Eerder op de route zaten we hoger, maar nog niet eerder hebben we zó langdurig, zó ver weg kunnen kijken. Vanaf de heuveltoppen zijn de panorama's overweldigend mooi. Niet in woorden of foto's te vatten. Zonnebloemen, al zijn de meeste uitgebloeid, lichten met het vergeelde blad in zachtgele vlakken het landschap op. En van die eindeloos glooiende velden in steeds andere kleurschakeringen mogen wij uren genieten.

Af en toe passeren we een klein dorpje, waar men in deze pracht als God in Frankrijk woont. Maar wat moet het eenzaam zijn in die kleine gehuchtjes waar je in een paar tellen doorheen fietst. Hemelse vergezichten en verder niets te doen . . .

Na 35 kilometer rijden we Lectoure binnen, een redelijk groot dorp. Het is pas twaalf uur, maar we vinden het hier leuk en we zouden niet te lang fietsen . . .

Voor onderdak hoeven we niet ver te zoeken. Dat is in de pastorie naast de kathedraal. Het zijn slaapzalen, maar ach, dat hebben we in Spanje zo vaak meegemaakt. We zullen het uit nostalgie nog maar een keertje proberen. De pelgrimslogies worden twee weken lang beheerd door de zeventig-plussers Christiaan en Monique, twee mensen uit een groep roulerende vrijwilligers, die ook voor de maaltijden zorgen. Met de pot mee-eten is hier gebruikelijk. . . . . O jee, dat worden weer moeizame gesprekken voor Ien.

De grote tafel in de statige eetkamer van de pastorie staat om zeven uur gedekt. Drie wandelvrouwen die onderweg vriendinnen geworden zijn, stellen zich voor en gaan niet zitten, maar blijven achter hun stoel aan de tafel staan. En ook een Franse wandelman doet dat. Wat is dit voor een gewoonte? Mogen we niet gaan zitten? Blijkbaar niet. Er moet eerst een pelgrimslied gezongen worden. Dat is een ritueel. Het Duitse stel, met wie we op de kamer slapen, schittert intussen door afwezigheid. Zo had ik ook wel willen schitteren. Ik voel me ongemakkelijk. Kan ik nog weg? Nee.
Jacques daarentegen, vindt het maar wat gezellig met de Franse dames. Die lachen en praten honderd uit. Jacques' oogjes gaan ervan glimmen. En ja hoor, daar begint het gevraag over en weer. Terwijl Jacques opbloeit, kruip ik verder in m'n schulp. Aan de dames ligt het niet en ook niet aan de Fransman of aan de vrijwilligers. Het ligt gewoon aan mijn mond vol tanden.


Lectoure - Montesquiou, vrijdag 21 augustus, 70 km

Nog even flink zijn

Alweer staat de wekker vroeg, het moet wel, want het wordt warm vandaag. In de hitte kun je nu eenmaal slecht fietsen.
De twee Duitsers zijn nog in diepe slaap, dus moeten we zachtjes doen. We sluipen de slaapzaal uit, nemen onze tassen mee naar de gang en pakken onze spulletjes in. De deur van de slaapzaal kan niet goed dicht, zodat evengoed het geritsel hoorbaar blijft, al doen we nóg zo ons best. Wát een gehannes in de vroegte.

En wat we normaal gesproken doen, koekjes onderweg als pré-ontbijt, zit er vandaag niet in. Gezamenlijk ontbijten is in de pastorie wel haast verplicht, dus nog maar even braaf meedoen. De dames komen ook en er wordt aan alle kanten goedemorgen gezoend, zoals men in Frankrijk pleegt te doen . . . O nee he, wat kén ik die mensen nou? Help, laat me vrij. Ik wil naar buiten! Maar Jacques, die nergens mee zit, vindt het nog steeds geweldig.

Een trui is niet nodig en om 10 uur bij de koffie aan een meer, kiezen we al een bankje in de schaduw. Voor onze lunch zoeken we zéker een lommerrijke plek. Een parkje bij een eeuwenoud dorpje. Heerlijk met een windje op de heuveltop onder de geurende dennenbomen . . . .

Eenmaal daar vandaan, zullen we ons tóch onder de zon moeten begeven. Met het fietsen maken we wel wat wind, dat scheelt alvast een beetje. Maar gaandeweg valt het klimmen zwaar. Te heet om te fietsen.

Ha, een park! Laten we nog even stoppen. Even afkoelen op een bankje onder de bomen . . en héél even m'n ogen dicht . . zzzz . . . Slecht geslapen vannacht . . . zzzzz. . . En dan weer doorzetten, anders komen we er niet. Zodra je gaat rusten, ben je verloren.

We hadden na 1 uur niet meer moeten willen fietsen in die hitte, maar de overnachting is nu eenmaal geboekt. Even flink zijn. Nog 6 kilometer en twee pittige hellingen in de volle zon. Jacques is nog vol energie, maar ik val om van de slaap en verlang naar ijs, véél ijs ...

Pech, ijs is er niet op de plek waar we moeten zijn, maar wel veel schaduw. We zijn op een landgoed van een kasteel. Een kasteel van een Nederlands echtpaar. Ze wonen hier nu tien jaar. Dat er veel gerenoveerd is, kun je zien, maar ook dat er nog veel moet gebeuren . . .

In het kasteel logeren we niet, we krijgen een blokhut met keuken, douche en toilet en een grote veranda. Luxe voor een pelgrim! Andere gasten zijn op dit landgoed in zo'n blokhut duur op vakantie, ons kost het maar € 17,- per persoon. Hoe dat kán voor die prijs op zo'n toplocatie?!

Na een douche moet ik nog even slapen, maar een uurtje later wordt er hard op de deur geklopt en hoor ik een luid: "Bonjour!" Nu snap ik hoe het kan voor die prijs . . Er meldt zich een wandelaar die óók in onze hut komt slapen. Daar gáát m'n droomhut.
Ach . . Jean-Paul is een vriendelijk type, een blije veertiger, die elk jaar een weekje wandelt. Het is al goed, m'n jong. We hebben twee slaapkamers. Dan slapen we hier met z'n drieën.


Montesquiou - Mobourquet, zaterdag 22 augustus, 35 km

Van de ene hut naar de andere

Jean-Paul blijft nog even liggen, maar zodra hij merkt dat we op het punt staan om weg te gaan, komt hij uit z'n slaapkamer om ons een ontzettend goede reis te wensen. Het is een goed joch.

We golven met het mooie landschap mee, op en neer via velden en wegen. Een droom is het, om je zo voort te bewegen. Huisjes hier, kerkje daar, zonnetje op je bol en genieten maar.

Het wordt weer warm, maar we hoeven niet ver. Het is nog tachtig kilometer naar Lourdes, die we fijn verdelen over twee dagen. Beter 's morgens fietsen en 's middags in de schaduw.

We zijn lekker vroeg op bestemming. Op een camping kunnen we terecht in een blokhut. Even inschrijven bij Françoise van de receptie en een mooi stempeltje halen voor in ons pelgrimspaspoort.

We zijn een beetje hardleers, want vóór onze blokhut, op het terras, zit prinsheerlijk een manspersoon die zijn intrek al genomen heeft. Het is Gérard, een wandelaar, die ons allerhartelijkst de hand drukt en z'n andere hand er nog eens bovenop legt. Aardige vent, maar. . . uh . . . . kunnen we nog terug? Nee.

Dit is geen blokhut type vakantiehuisje, maar een blokhut type slaapkamertje. Twee stapelbeden met onderschuifbed en één los bed. Als we pech hebben slapen we vannacht met z'n zevenen op tien vierkante meter! Ja, wat wil je voor € 10,- per persoon?
Het kan dus alleen maar meevallen en dat doet het. Uiteindelijk delen we de blokhut met de zestigjarige wandelaar Gérard en met de vijfenzestigjarige fietster Marijke uit Schagen. Vier zestigers op een klein slaapzaaltje. We nemen het maar hoe het is.

Praten gaat altijd het makkelijkst in je moe'rs taal en, als fietsers onder elkaar, hebben we met Marijke nu eenmaal het meest gemeen. Het is een leuke vrouw. Ze heeft een Koga Signature, waar ze erg trots op is. De aanschaf was een flinke aderlating, maar ze wilde hem zó graag hebben.
Toen ze stopte met werken, heeft ze haar hobby gevonden in het fietsen. Ze krijgt haar man er helaas niet warm voor, dus reist ze alleen. Eigenlijk met een tentje, maar omdat er vannacht onweer wordt verwacht, slaapt ze nu in onze hut. Dat vindt ze héél luxe met echt bed, magnetron, waterkoker en servies. Zo zie je maar hoe relatief alles is, om met Jacques' woorden te spreken. Wat voor de één armoe is, is voor de ander het paradijs.


Mobourquet - Lourdes, zondag 23 augustus, 50 km

Eindpunt Lourdes

Het heeft de hele nacht flink gestortregend. Ik heb er slecht van geslapen. Marijke niet, die had oordopjes in. Ja, dat is waar ook. Onze oordopjes! Die hebben we nog helemaal niet gebruikt! Marijke heeft ze speciaal op maat laten maken. Goed idee voor een volgende keer.

Het is nog maar nèt droog als we vertrekken en ook nog maar net licht.
In het begin moeten we klimmen; daarna wordt het vlak. Het begint weer te regenen en er steekt wind op. Tegenwind. Hóllands weer. Regen mét wind voelt heel anders dan regen zónder wind. Onaangenamer, al regent het maar zachtjes.

Nergens een fijn plekje voor een koffiestop. Dan maar onder een carport bij de 'Mairie'. Staand met een bekertje in de hand. Het leven van een vakantiefietser kan niet altíjd over rozen gaan.

Natuurlijk wordt het wel weer droog en kunnen de poncho's uit.
De steile afdaling bij Pontaq geeft een fantastisch uitzicht over de stad. Ik denk 'aaah' en 'ooh' en kijk m'n ogen uit. Maar wat doet Jacques? Kijkt hij wel? Hij zit zo met z'n hoofd gebogen over z'n stuur. Ach, nee! Hij heeft niet opgelet. Hij wilde op z'm kilometerteller bijhouden hoe hárd hij ging . . . . Mannen . . .

Onze laatste lunch uit de knapzak is beneden in Pontaq. Even tijd rekken en uitgebreid stilstaan bij het staartje van de fietsvakantie.

Daarna fietsen we recht op de Pyreneeën af, waar Lourdes aan de voet van ligt.
Hè? Ik dacht dat het een dorpje was! Het is een stad! En niet eens een mooie stad. Armoedig. Rommelig. Met straten vol souvenirwinkeltjes. Eindeloze rijen kitsch. Oeps!

We nemen onze intrek in een hotel. Eerst een bad. Heerlijk, . . . een bad. Dát heb ik gemist. Jacques gaat daarna even slapen en ik doe wat sightseeing in Lourdes bij wijze van vóóronderzoek. Er lopen veel mensen rond in diverse uniformen: van scouts tot verpleegsters, compleet met ouderwets hoofdkapje, sommigen in het wit, anderen in het blauw. Wat een vreemd gezicht! Je houdt je ziekenhuistenue toch niet buíten aan? En wat doen zeventigers in een scoutingtenue met korte broek, kniekousen en een sjaaltje om de nek? Komen die uit een toneelstuk?

Als Jacques weer wakker is, weet ik inmiddels waar de heiligdommen zijn, de trekpleister van Lourdes. Gewoon aan het eind van de straat. Vanavond even aan ruiken en de rest voor morgen bewaren.

Als wij 's avonds om 8 uur door de hekken gaan is er veel volk op de been. De hekken zijn maar liefst open van 5 uur 's morgens tot 12 uur 's nachts.
Er is een enorm plein met aan het eind de imposante kathedraal en de grotten waar Maria achttien keer aan Bernadette verschenen is.

We vallen met onze neus in de boter. Er begint een openluchtmis en er wordt een processie aangekondigd. Tijdens de mis kun je je gewoon vrij blijven rondlopen. Het plein is zó groot. Er is volop ruimte voor de duizenden mensen die zich er al of niet voortbewegen. Ik snap nu ook wat die verpleegsters doen. Die duwen honderden rolstoelers. Er lopen duizenden mensen met een brandende kaars op het plein. Het is wel indrukwekkend. En rijen die bij de grot staan te wachten om de stenen aan te kunnen raken. Er zijn kraantjes waar je Lourdeswater kunt tappen. En er zijn baden waar mensen zich kunnen laten onderdompelen. Dat gebeurt wel achter de coulissen.

Een bezoek aan Lourdes moet voor heel veel mensen een diep-religieuze beleving zijn. Voor mij is het meer een culturele. Ik bekijk het op afstand met grote verwondering.

Morgen. op onze zesendertigjarige trouwdag, zullen we het geheel nog eens bij daglicht bekijken. Er is genoeg te zien. Lourdes was een waardig eindpunt van een mooie reis!


















  • 27 Augustus 2015 - 20:53

    Bart:

    Hoi vader en moeder,

    Ik heb weer met veel plezier jullie blog gelezen. Een mooi laatste deel. Leuk om jullie avonturen op deze manier mee te beleven.

    Ik ben helemaal vergeten jullie te feliciteren met jullie trouwdag! Dat doe ik dit weekend wel, samen met Maaike.

    Tot dan!
    Bart

  • 28 Augustus 2015 - 09:34

    Annabel:

    Dag lieverds,
    Net lees ik het laatste verslag en zie ik de prachtige foto's. Zie jullie gauw thuis. Het was best raar, een maand jullie niet te zien. Kus, kus, Annabel.

  • 28 Augustus 2015 - 10:01

    Maaike:

    Een pelgrimslied, wat een mop. Brengen jullie het morgen voor Kip (alias Bart) en mij ten gehore? ;-) Welkom thuis! :-D Xxx

  • 28 Augustus 2015 - 21:52

    Bart & Barbara:

    Weer heel leuk om te lezen.

    Groetjes Bart & Barbara

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 08 Aug. 2015
Verslag gelezen: 1537
Totaal aantal bezoekers 6072

Voorgaande reizen:

02 Augustus 2015 - 31 Augustus 2015

Fietsen naar Lourdes

Landen bezocht: